Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Kain ging uit [35]van het aangezicht des HEEREN; en hij woonde in het land [36]Nod, ten oosten van Eden. 35. Zie boven vs.14. 36. Dit land is alzo genaamd ten aanzien van de straf, die God Kain opgelegd had, vs.12, want het Hebr.woordje, aldaar en hier gebruikt, betekent omdolende.